In een recente blogpost schreef ik meer over de achtergrond en het ontstaan van verschillende nieuwe stromingen in de landbouw. Op tuinderij de voedselketen voelen wij ons verwant aan al deze stromingen. Je zou kunnen zeggen dat we een agro-ecologische tuinderij hebben, waar we een regeneratief landschap hebben vormgegeven met permacultuur ontwerp methodes. Maar hoe ziet dat er uit? En waarom?
Ecologisch is meer dan biologisch
Een belangrijk gegeven voor ons is dat we een stuk verder gaan dan het achterwege laten van kunstmest of bestrijdingsmiddelen, zoals biologische certificering voorschrijft. Ook bij het aanleggen van maatregelen voor de stimulering van biodiversiteit gaan we een stuk verder dan een bloemen-strook of houtsingel om de natuur te helpen.
Hagen en poelen worden niet alleen om ecologische redenen aangelegd, maar ook om economische. Een slimme planning en ontwerp zorgen dat ze geintegreerd worden met onze teelten, en de opbrengst hiervan verhogen door micro-klimaten te creeren met minder windstress en droogtestress, waar de effecten van extreem weer beter worden opgevangen.
De verhoogde biodiversiteit zorgt daarnaast voor gratis plaagbeheer, minder uitval van gewassen en minder kosten. De biomassa van hagen en extensief gemaaide grasweides, kan bovendien gebruikt worden en geintegreerd worden in het bemestingsplan. Door deze ecologie in te zetten voor economisch voordeel, valt het spanningsveld tussen natuur en landbouw weg.
Tuinderij de Voedselketen
De voedselketen is een naam met meerdere lagen. Het verwijst ten eerste naar de korte voedselketen die wij met onze leden vormen door direct af te zetten aan de consument, en de afstand van grond tot mond te verkleinen. Daarnaast gaat het over de manier van bemesten en bodembewerking die wij toepassen; zonder te ploegen, en door niet de planten, maar het bodemleven te voeden, dat op haar beurt de planten van voeding voorziet. Tot slot verwijst het naar onze vorm van plaagbeheer. We gebruiken geen bestrijdingsmiddelen, en zetten in op een zo volledig mogelijk ecosysteem, waar de wilde biodiversiteit zorgt voor plaagbeheer.
Bodemecologie
De laatste jaren is er in de bodemwetenschap veel bekend geworden over de rol van het bodemleven. Niet alleen ruilen micro-organismes in de bodem mineralen voor suikers met planten die deze met hun wortels afscheiden. Ook nemen ze allerlei andere rollen op zich. Zo zorgen ze voor een goeie water-doorlatendheid, en voor een goeie spons-werking van de bodem, zo houdt de bodem en het landschap meer water vast, heb je minder last van droogtes, minder gewasschade bij overtollig water, en minder last van overstromingen.
Daarnaast is deze samenwerking verantwoordelijk voor het in de bodem vastleggen van co2 die planten uit de lucht haalden, en een van groot belang in het kader van klimaatverandering. Het bodemleven zorgt bovendien voor een goeie weerbaarheid tegen ziektes. Tot slot zijn er schimmels in de bodem, die vergroeien met plantenwortels, en dienst doen als een soort internet voor planten.
Als planten worden aangevallen door een bepaald insect, kunnen ze aan het speeksel herkennen welk insect dit is, en een geurstof afgeven om de natuurlijke vijand, bijvoorbeeld een bepaalde sluipwesp, aan te trekken. Als er nu voldoende van deze symbiotische schimmels in de bodem leven, kunnen planten zelfs een signaalstof afgeven, die door de schimmels via de bodem wordt verspreid naar andere planten. Zodat ook zij een geurstof gaan afgeven die die sluipwesp aantrekt.
Is dat niet fantastisch? De wow factor van de natuur, van miljoenen jaren aan evolutie motiveert ons om ons zoveel mogelijk in ecologie, biologie, bodemkunde en hydrologie te verdiepen, zodat we die in kunnen zetten op ons bedrijf, en ons dagelijks kunnen omgeven met de wow factor van de natuur.
Bodembeheer
Al met al is het bodemleven ontzettend belangrijk, en daarom is het zaak om het bodemleven te voeden, en niet de planten, zoals gebeurd bij kunstmest en drijfmest. Het bodemleven verdwijnt dan omdat er niets te eten voor hun meer is, en stopt dan dus ook met het vervullen van al die andere functies. Met zwakkere gewassen, bodemerosie, uitdroging en erosie tot gevolg. Daarnaast is het dus zaak om dat bodemleven zo min mogelijk te verstoren, en in elk geval niet te ploegen, bij het ploegen wordt de grond volledig omgekeerd, en dat overleven zeker de schimmels in de bodem slecht. Het best is de bodem ook zoveel mogelijk bedekt.
Plantaardige bemesting
Op de voedselketen verstoren we de grond niet, voeden wij de bodem met groencompost, waarmee we de bodem bedekken, of mulchen. Groencompost wordt gemaakt uit snoeisel en maaisel in de regio, het is een lokale ‘afval’ stroom die o.a. voortkomt uit onderhoud aan hagen en grasstroken. Daarnaast gebruiken we houtsnippers die we oogsten uit eigen hagen, en maaisel van gras-klaver stroken op eigen bedrijf voor onze mulches. Op termijn willen we de inkoop van groencompost verder afbouwen en volledig bemesten met zelf geproduceerd plantaardig materiaal.
Hagen en Poelen
Naast een ander bodembeheer dragen we dus extra zorg voor wilde biodiversiteit. Een groot deel van onze grond is ingericht met landschaps-elementen zoals hagen, paddenpoelen en extensief gemaaide stroken. De hagen trekken roovogels, vossen, dassen, egels, marters, zangvogels, kleine vogels, en talloze insecten aan. Allemaal jagen ze op beestjes die onze gewassen lekker vinden.
De poelen zorgen dat padden, kikkers en salamanders zich thuis voelen, notoire slakken eters. Ook de libellen die hun eitjes in water leggen patrouilleren door onze tuin als ware Apache helicopters, en dragen bij aan het plaagbeheer. Bovendien functioneert een amfibien-poel ook als waterberging. Tijdens heftige regenval is er meer plek in het landschap voor het water, en worden de waterwegen minder belast. tegelijk wordt het water langer op het land gehouden, en de kans gegeven de bodem in te zinken.
Op de voedselketen bruist het van het leven, zowel plaagdieren als roofdieren. Er worden gewassen aangevroten, en er worden plaagdieren opgevroten. We streven niet naar nul uitval, maar naar een diversiteit die hoog genoeg is om alles bij elkaar een grotere opbrengst te geven dan elk element apart had gedaan.
Bomen zijn de ruggegraat van het ecosysteem
Een belangrijke rol is weggelegd voor bomen. Bomen vormen de ruggegraat van het ecosysteem. Ecosystemen vormen zich meestal niet voor niets tot bos, als wij niet ingrijpen. Bomen zijn uitermate goed geevolueerd om datgene te doen dat ecosystemen goed doen: weer en klimaatverschijnselen bufferen, en biomassaopbouwen.
Minder heet, minder nat, minder droog, minder wind, minder koud, in het bos is het altijd milder. Bomen creeeren micro-klimaten waar alle organismes zich beter bij ontwikkelen.
Het andere waar ecosystemen heel goed in zijn is jaarlijks in biomassa toenemen. Die biomassa bestaat uit koolstof, we zijn allemaal carbon-based lifeforms. Die koolstof wordt door planten in uit de lucht gehaald en met fotosynthese vastgelegd als biomassa. Deze biomassa word vervolgens door het bodemleven en door dieren verteerd en in nieuwe biomassa omgezet en zo talloze keren gerecycled, de circle of life, maar deze begint bij fotosynthese. Bomen zijn de rocksterren van co2-vastlegging, ze hebben een enorm bladoppervlakte in staat tot fotosynthese, vergeleken met bijvoorbeeld een grasveld of akker.
Agro-forestry
Daarom proberen we zo veel mogelijk bomen te planten in het landschap, ook in de landbouw. Niet alleen hagen of houtkanten, maar ook in onze productieve systemen nemen we boomteelten mee. Vruchtdragende bomen- en struikenrijen kunnen worden gecombineerd met vaste groenten en kruiden, en worden zo geplaatst dat ze optimaal zon inlaten en wind blokkeren. Daartussen hebben we stroken waar we de klassieke moestuin groenten telen. In die stroken hebben de groenten baat bij het milde klimaat tussen de bomen, waar geen harde wind staat en de grond minder uitdroogt. Waar de bomen bovendien vocht uitzweten overdag, dat ’s nachts als dauw neerslaat op de bodem.
In de bomenrij planten we bovendien struiken aan die de bomen eromheen van stikstof voorzien, en insecten aantrekken. We planten smeerwortel om de fruitbomen van kalium te voorzien, om bijen aan te trekken, en om zweefvliegen aan te trekken, ze leggen hun eitjes op de onderkant van het blad, en hun larven eten bladluizen. Daarnaast groeien in deze fruithagen kruiden zoals salie, oregano en venkel. Naast een oogst die wij verkopen, trekken deze planten met hun bloemen allerlei roofinsecten en bestuivers aan.
Functionele Ecologie
Zo bootsen we de functionaliteit van bossen en natuurlijke ecosystemen na om voedsel te produceren. Het gaat bij ons dus om functionele ecologie, niet alleen maatschappelijke of ecologische fucties, maar functies die in onze bedrijfsvoering een rol spelen. Waarbij landbouw en ecologieworden geintegreerd om de relaties tussen de verschillende dieren en planten in ons systeem weer te herstellen. En waarin de relatie tussen mens en landschap, tussen boer en burger, van grond tot mond, weer wordt hersteld.
.