In 2019 mocht ik voor Seizoenen van Velt een jaar lang de ontwikkelingen in mijn permacultuur (privé) tuin bij houden. Het komende jaar zullen we deze artikelen hier op de website plaatsen.
Dit artikel verscheen eerder in Seizoenen nr 2 – 2019 van Velt waar Alex een jaar lang de ontwikkelingen in haar privé tuin bijhield. Download het artikel hier als pdf.
Alex werkt in haar tuin het liefst met de natuur mee. Maar wat dan met
alle onkruiden die de kop opsteken? Ook daar weet Alex wel raad mee,
zodat er nog voldoende tijd overblijft om te genieten op haar ‘zonnebank’.
Met de natuur mee
Zodra je de tuin in gaat, merk je hoeveel invloed de natuur heeft op alles wat je doet en laat. In het klein zijn dat de en de planten die onbedekte grond binnen de kortste keren weer bedekken. In het groot zijn dat de seizoenen en het weer – lange dagen en droge periodes in de zomer, en korte dagen en sneeuw en regen in de winter. Vaak zie ik om me
heen dat mensen dat zien als een soort strijd: de beestjes worden bestreden en planten gewied, er wordt water gegeven en gedraineerd. Als het vroeger donker wordt, zetten we de lampen aan om toch maar door te kunnen werken en als het sneeuwt laten we daar onze dagelijkse routine niet door verstoren en nemen we massaal de auto. In mijn tuin wil ik werken op een manier die ruimte geeft aan de natuur. Omdat ik dat zelf belangrijk vind. Ik zou niet kunnen genieten van mijn zelf geteelde groenten als ik er gif voor zou gebruiken.
Daarnaast wil ik geen tijd verliezen aan de strijd aangaan met de natuur. Ik denk dat je prima een mooie en productieve tuin kunt hebben als je met de natuur mee werkt in plaats van ertegenin.
Natuurlijke successie
Natuurlijke successie gaat over de opvolging van verschillende soorten binnen een ecosysteem. Nadat een ecosysteem verstoord is, krijg je eerst een paar pioniersplanten. Van daaruit ontwikkelt het ecosysteem naar een veel complexere en stabiele situatie. Door te spitten breng je de tuin altijd terug naar de pioniersfase. Dit is de fase waarin veel planten die wij als onkruid beschouwen, zoals distels of melde, het goed doen.
Door de bodem en begroeiing naar een meer volwassen fase te begeleiden, creëer je een veel stabieler systeem waarbinnen de pioniers een veel minder grote rol spelen. Deze successie in de tuin zorgt ook voor een successie in het werk: de klussen en werkzaamheden veranderen mee met
de fase waarin je tuin zich bevindt. Doordat mijn tuin een jaar voordat ik
kwam helemaal was leeggehaald begon alles opnieuw en kon ik de natuurlijke successie heel mooi volgen. Het eerste jaar waren er vooral eenjarigen, en in het tweede jaar begonnen de wat meer houtige gewassen de kop op te steken zoals jonge berken en wilgen. Dat was meteen ook mijn winterklus in het tweede jaar: de jonge bomen verwijderen voor ze te groot werden. Natuurlijke successie is goed, maar een wilgenbos in je achtertuin gaat ook weer wat ver.
Nooit meer wieden?
Een veel gehoord misverstand over permacultuur is dat je nooit meer hoeft
te wieden. Dit klopt niet. Afhankelijk van je wensen zul je ook in een permacultuurtuin op zijn tijd ongewenste gasten moeten verwijderen. Wat wel klopt, is dat je dit wieden door gebruik te maken van successie tot een minimum kunt beperken, afhankelijk van de soort tuin die je hebt. Bomen vind je in het laatste stadium van successie. Dus heb je een (mini)bostuin, dan zul je op een gegeven moment nog maar heel weinig hoeven in te grijpen. Groenten vind je vroeger in de successie, dus in een groentetuin zul
je altijd moeten wieden om je groenten een kans te geven. Maar ook daar krijg je door niet meer te spitten en goed voor de bodem te zorgen minder last van de echte pioniers.
‘Ik denk dat je prima een mooie en productieve tuin kunt hebben als je met de natuur mee werkt in plaats van ertegenin.’
Houd in gedachten dat je binnen permacultuur dan wel een natuurlijk systeem nabouwt, maar dat de planten die je voor de oogst gebruikt dat niet zijn. Groenten, maar ook productieve fruitbomen en bessenstruiken, zijn gekweekt op eigenschappen die voor ons goed zijn maar niet noodzakelijk voor de overleving van de plant. Uiteindelijk zal een cultivar daarom altijd een achterstand hebben ten opzichte van de wilde varianten die volledig ontwikkeld zijn op basis van de niche die zij binnen het ecosysteem hebben gevonden. Die wilde varianten hoeven geen energie te stoppen in de
grote vruchten of kroppen die wij zo graag eten.
Sheet-mulch
Een van de eerste klussen in mijn tuin was de kruidentuin inplanten. Doordat de grond erg zanderig en compact is en ik niet de tijd had om hem goed te onderhouden, raakte hij door gras overwoekerd. De kruiden hadden veel meer moeite met de slechte omstandigheden dan het veel beter aangepaste gras.
Dit jaar heb ik daarom de grond rondom de kruiden met karton afgedekt, een laag compost opgebracht en daarin bloemen en kruiden gezaaid. Onbedekte aarde komt in de natuur niet voor: door een grondbedekker te kiezen waar ik ook oogst uit kan halen, zal de grond tussen de kruiden minder snel vol groeien met ongewenste gasten. Ik doe dit bijvoorbeeld
met aardbei, kruipende tijm, munt en citroenmelisse.
Het is een mooie klus voor begin mei. Je onderdrukt dan de onkruiden precies op het moment dat ze echt aan de groei gaan, waardoor het karton ze eronder kan houden tot de groei er later in het jaar weer wat uit is.
Moestuinbedden: aanleg
De bovenstaande methode kun je ook gebruiken om je moestuinbedden aan te leggen, hoewel de timing dan iets anders wordt. Bij moestuinbedden in de tuin heb ik een voorkeur voor verhoogde bedden: je maakt een rand van hout of een stapelmuurtje van stenen waarbinnen de moestuin komt. Dit geeft overzicht, en maakt het gemakkelijker het onkruid dat van de randen naar binnen komt tegen te houden.
Dek de plek waar de bakken komen af met een laag karton en maak daarna de randen van je bedden. Zorg ervoor dat het karton onder de randen uitsteekt, zodat ook het onkruid daar afgedekt is.
Je doet dit het beste aan het einde van de zomer of het begin van de herfst, zodat het gras en onkruid onder het karton gedurende de herfst en wintermaanden kunnen verteren. Als je bijna kunt gaan zaaien en planten, vul je de bakken met compost of aarde. Je kunt dan direct inplanten. Ook hier geldt dat begin mei een mooie tijd is, omdat je dan de nog vergebleven onkruiden in de piek van hun groei tegenhoudt.
Moestuinbedden: onderhoud
Ik breng jaarlijks een laag compost aan op de bedden. Dit is voeding voor de
bodem én werkt onkruidonderdrukkend: de zaden die in de bodem aanwezig zijn komen niet in het licht en zullen minder snel ontkiemen. Dit werkt het beste wanneer je de bedden in de herfst klaarmaakt:bde meeste zaden zijn dan nog in kiemrust en zullen in het voorjaar niet snel meer gaan kiemen. Dit komt overeen met wat je in de natuur ziet: in het najaar
wordt de grond bedekt met organisch materiaal dat langzaam door het
bodemleven verteerd wordt in de loop van de winter.
In het voorjaar werkt het ook, maar meer vertragend. Op het moment dat je de compost opbrengt, beginnen de zaden al uit de kiemrust te komen, waardoor er meer onkruiden op zullen komen dan wanneer je het in de herfst doet.
Op de tuinderij merk ik dat ik bij de vroege gewassen vaak maar één keer
hoef te schoffelen. Daarna hebben de moestuinplanten de bodem bedekt en
zijn onkruiden geen probleem meer. Bij bedden die ik in de herfst heb aangelegd, heb ik tot mei-juni amper onkruiddruk. Ik werk de compost bewust niet in. Zo wordt hij langzaam door het bodemleven verteerd in plaats van direct voor de planten ter beschikking te komen. Dit is in de herfst extra belangrijk: door vlak voor de winter organisch materiaal
in de bodem in te werken, krijg je veel uitspoeling. In plaats van bij de planten komt het dan in het grondwater terecht.
De zonnebank
Een van mijn wensen voor de tuin was een beschut zitplekje waar ik lekker in de zon kan zitten om te ontspannen en te genieten van de tuin. Een van mijn uitdagingen was een stapel bakstenennen tegels in de achtertuin. Het zag er rommelig uit, maar ik wist niet goed wat ik ermee aan moest. Uiteindelijk heb ik van de nood een deugd gemaakt: de stenen legde ik in een beschut hoekje uit het zicht van het huis. Dit was ook een lekker warm plekje in de zon, met mooi zicht op de tuin zelf. Ik besloot dus om de tegels op te stapelen en er een bankje van te maken: zo had ik in één klap mijn zitplek én hoefde ik de stenen niet af te voeren. Een extra voordeel is dat een stapelmuurtje een goede habitat vormt voor allerlei insecten, spinnen en andere kleine diertjes. Met mijn stapelbankje hoefde ik dat dus niet meer elders in de tuin aan te leggen.